Paul Gersen
Paul Gersen
Redacteur

Column: fotograferen tussen de narcissen

Door: Paul Gersen | 13 april 2012 15:53

De camera's van tegenwoordig fotograferen bijna uit zichzelf en daardoor voelt iedereen in Nederland zich een professional. Ontzettend handig natuurlijk, maar is er ook hoop voor de notoire fotoverprutser als ik?

Ik ben geen fotograaf. Dat was voorheen niet zo erg, maar sinds een aantal jaren lijk ik een van de weinigen. Mijn buurvrouw is namelijk fotograaf, de man van de sigarettenwinkel op de hoek ook, tussen mijn vrienden ben ik ongeveer de enige niet-fotograaf en in mijn familie het zwarte schaap dat niet fotografeert. Ik kan het me hebben verbeeld, maar onlangs zag ik een man op hoge leeftijd op zijn buik in het gras liggen om een plaat te schieten van de opkomende narcissen.

Nee, dan ik. Op m’n telefoon heb ik een camera en daarmee blink ik uit in het maken van foto’s vol ruis, vegen, korrels – en dan niet op een hippe pseudo-impressionistische manier. Licht: ook zoiets. Ik krijg het voor elkaar om in de meest donkere ruimte een overbelichte foto te maken. En andersom. Nee, fotograferen is waarschijnlijk niet aan mij besteed. Maar soms ontkom je er niet aan. Zo was ik onlangs bij de presentatie van een nieuwe lijn televisies van LG. “Goh, Paul, maak er even een paar leuke foto’s voor op ons blog bij”, hoorde ik collega Ger roepen toen ik al bijna de deur uit was. Of hij niet wist dat mijn talenten in ieder geval niet op dat vlak lagen, vroeg ik hem. “Geeft niks joh, ik pak wel even een cameraatje die bijna alles uit zichzelf doet en waar vrij weinig aan te verprutsen was.” En zo ging ik op pad met de Canon IXUS 1100 HS. Met alle instellingen op automatisch kwamen daar met gemak de mooiste foto’s uit, beloofde Ger me. Hij drukte nog net niet zelf op de sluiterknop, maar die wees mijn collega van tevoren nog wel even aan..

En masse waant men zich in Nederland een professioneel plaatsjesschieter.

En zie hier de reden voor de grote fotografenhausse die door Nederlandtrekt. Je hoeft niks meer te kunnen om een goede foto te maken, een goede camera is genoeg. Althans, dat willen de fabrikanten van merken je tegenwoordig doen geloven. En masse waant men zich in Nederland een professioneel plaatsjesschieter.

We hebben hier ter redactie een aantal echte professionele fotografen rondlopen die werkelijk geweldige foto’s maken. Van die platen waar je met open mond naar kan kijken. Ik heb in mijn leven een aantal fantastische popfotografen mogen ontmoeten, zoals Kees Tabak, Rob Verhorst en George DuBose, die sinds de jaren zeventig faam hebben gemaakt met het vastleggen van de grootste artiesten. Kijk je naar zo’n foto, dan is het alsof je er zelf bij was. Of in ieder geval: er zelf bij had willen zijn. Het vastleggen van een moment, met alle emotie inbegrepen, is een hogere kunst. Met al die superdeluxe camera’s die ongelooflijk makkelijk te bedienen zijn en waarmee je niks verkeerd kunt doen, lijken camerafabrikanten ons te zeggen dat iedereen dat kan. Maar dat is natuurlijk niet zo. Daar kwam ik zelf ook achter toen ik terug kwam van LG. De foto’s waren haarscherp, het licht perfect, nergens ruis, geen vegen of korrels. De compositie was schots en scheef, levenloos en zonder emotie. Nee, ik ben nog steeds geen fotograaf, net als half Nederland dat niet is.

En toch had het wel wat, die foto’s maken. De randvoorwaarden zijn in ieder geval gunstig, nu de toestellen zoveel zelf kunnen. Het gevoel dat het nog nooit iets gaat worden is weg. De stap om zelf meer foto’s te gaan maken is opeens een stuk kleiner geworden. Want als ik nu eens heel veel ga oefenen, wordt het misschien ooit wel wat met die composities. En dat voelt toch goed. Ik houd het cameraatje van Ger dus nog even bij me. Mocht je me dit voorjaar dus in het gras zien liggen om de opkomende narcissen vast te leggen, kijk dan niet vreemd op.

Deel dit bericht:
Tags