Dennis de Vries
Dennis de Vries
Redacteur

Column: ik wil geen tablet

Door: Dennis de Vries | 25 mei 2012 10:44

Het is al een tijdje de nieuwste rage op het gebied van elektronica. Iedereen wil een tablet, ik snap daar helemaal niets van.

Het is alweer ruim twee jaar geleden dat de iPad werd gelanceerd. Ik stond er niet echt voor te springen. Zo’n tablet leek me een uit de kluiten gewassen smartphone. Onhandig groot, en je kunt er niet eens mee bellen. Inmiddels zijn we ouder, wijzer, drie iPads en talloze Android-tablets verder. Ik heb er lang over kunnen nadenken, veel tablets kunnen proberen en nu ben ik er uit:

Ik wil absoluut geen tablet.

Dat zeg ik kort nadat ik de Asus Transformer Prime een score van 4,5 sterren gaf. Ik gebruik zo’n tablet intensief, beoordeel de hardware, kijk kritisch naar de software, bestudeer het uiterlijk, ondervind de bruikbaarheid. Het is absoluut een mooi apparaat dat (bijna) alles wat het moet doen goed doet. Vandaar de goede score. Maar zodra de review af is en de tablet terug de doos in gaat is er geen moment dat ik denk: “He, jammer zeg.”

Vloeken in de kerk. Consternatie op de redactie. Alsof je toegeeft je kinderen te slaan. Geen tablet?! Wat is er mis met mij?! Ik heb een smartphone en ik heb een laptop. Hoezeer fabrikanten ook beweren dat een tablet daar iets aan toevoegt, ze hebben ongelijk. Toch is de tablet immens populair. In 2011 werden er wereldwijd zo’n 56 miljoen van verkocht. En ik zie steeds meer collega’s, vrienden, kennissen met zo’n apparaat lopen. Early-adopters, ook gezegend met een moderne smartphone en vaak een dito laptop. “Waarom?” vraag ik ze, met oprechte interesse. Het levert ook na twee jaar nog dezelfde non-argumenten op.

  • “Lekker voor op de bank, beetje surfen”
  • “Handig voor onderweg, hoeft je laptop niet mee”
  • “Leuk, voor er bij, als ik tv kijk”
  • “Lekker buiten lezen”
  • “Heerlijk voor op de bank. Of had ik dat al gezegd?”

Onder tablet-gebruikers heerst een intense fascinatie met ‘de bank’. Die deel ik, maar wat mij betreft voldoet een smartphone net zo goed als ik, vanaf eerder genoemde bank, iets op wil zoeken of Twitter wil checken. Logisch dat ook het mobiele aspect van de tablet benadrukt wordt. Je kunt ‘m makkelijk meenemen en door het grote scherm er nog aardig wat op doen ook, zo luidt de theorie. De praktijk bewijst voor mij echter exact het tegendeel. Een tablet is minder mobiel dan je smartphone en je kunt er een fractie op doen van wat je op de laptop kunt. Serieus werken? Laat me niet lachen. Buiten een boek lezen kun je wel vergeten, met LCD-schermen die fungeren als spiegel in de volle zon. En als ik tv kijk, kijk ik meestal tv, noem mij maar ouderwets. Mocht ik de behoefte hebben aan opinie-diarree op Twitter tijdens #DWDD, dan heb ik daar een smartphone voor.

Ik heb een smartphone en ik heb een laptop. Hoezeer fabrikanten ook beweren dat een tablet daar iets toevoegt, ze hebben ongelijk.

Tuurlijk, er zijn specifieke situaties waarin de combinatie van een groot scherm en een mobiel besturingssysteem voordelen biedt. Veel daarvan gelden voor gebruikers die nog geen notebook of smartphone hebben. Die kopen een tablet. De tablet is een ideale instapper, biedt voor veel mensen uitkomst. Maar het ‘gat tussen smartphone en notebook’ waar Steve Jobs het tijdens de presentatie van de eerste iPad over had, bestaat niet. Ik denk dat hij doelde op het gat in de hand van gadgetliefhebbers en early-adopters. Die had hij wel goed gezien.

Ondertussen wacht ik al twee jaar lang op een goed argument om een tablet te omarmen. Wie het weet mag het zeggen.

Deel dit bericht:
Tags