Paul Gersen
Paul Gersen
Redacteur

Column: Van 3D naar 4K

Door: Paul Gersen | 7 september 2012 13:11

3D-televisie: het idee was mooi, maar echt gemeengoed is het nooit geworden. Nu komen de fabrikanten met een nieuwe technologie: 4K, waarmee het beeld van flatscreens vier keer zo scherp is. Gaan we nu wel allemaal om? 

Er wordt op de burelen van BesteProduct nog wel eens smakelijk om gelachen: de grote 3D-hype in de flatscreen-wereld. Het zal een jaar of drie terug zijn dat we de eerste televisie met die feature over de vloer kregen. Hij werd nog net niet met een fanfare naar binnen gebracht. Dít zou de toekomst worden van de woonkamer: gezellig met het hele gezin een brilletje op en kwijlend van al die driedimensionale pracht je aan Avatar of een andere film vergapen.

Misselijk
Ik denk dat het tijdens de eerste testdag tien minuten heeft geduurd, voordat de eerste mensen van kantoor misselijk naar buiten renden. Nee, vooral in de begindagen van de hausse was 3D verre van geoptimaliseerd. Dat viel natuurlijk te wijten aan de nieuwigheid en alle kinderziekten die het met zich mee bracht. Maar we zijn inmiddels een paar jaar verder en 3D-tv is lang geen gemeengoed in de huiskamer. Redenen: er is te weinig aanbod aan films en voordat televisieprogramma’s driedimensionaal worden opgenomen, zijn we al helemaal jaren verder. Het is namelijk veel te duur en totaal niet rendabel voor producenten om dat te doen. En zie je jezelf al met al je vrienden lekker op de bank met zo’n brilletje op? Juist.

Tochtig verdomhoekje
Het is dan ook niet vreemd dat we vrij weinig meer van 3D-televisies horen. Natuurlijk komen er vooral in het hogere prijssegment nog flatscreens met deze feature uit (je moet er toch wat mee), maar de laatste keer dat we ‘driedimensionaal’ en ‘tv’ in de kop van een persbericht voorbij zagen, komen is alweer een tijdje terug. En komen we bij een presentatie van een nieuwe platte tv, moeten we ergens naar een tochtig verdomhoekje als we de 3D-functie willen proberen. Typisch gevalletje van: operatie geslaagd, patiënt overleden. Het lijkt er niet echt op dat fabrikanten druk doende zijn de techniek nog verder uit te werken.

4K: 4 keer zo scherp
Dat wil niet zeggen dat de fabrikanten stil hebben gezeten. Op de IFA zagen we vorige week dat de grote merken inzetten op een veel levensvatbaardere technologie waar je geen raar dingvoor op je neus hoeft te zetten. We maakten kennis met 4K-televisies van LG en Sony. Deze flatscreens zijn namelijk 4 keer zo scherp als we van het ook al niet misselijke Full HD kennen. “Alsof je door het raam kijkt”, zo riep onze hoofdredacteur bijna in extase over de nog overtreffendere trap: de 8K-tv van Panasonic. “Dit is zo scherp, dat het bijna 3D lijkt!”

Scepsis
En dat zijn ontwikkelingen waar we wél blij van worden. Geen overbodige feature, maar de basisfunctie van de televisie gewoon beter maken en het product naar een hoger niveau tillen. Natuurlijk is er scepsis rond de techniek. Vooral bij programmamakers en filmproducenten, want die moeten allemaal nieuwe, dure camera’s en andere apparatuur aanschaffen om in de resolutie van 3840 bij 2160 pixels te schieten. Tja, geenverbetering zonder investering.

Full HD
Het is niet eens zo heel lang geleden dat er over vergelijkbare techniek precies hetzelfde werd geroepen. Duur en lastig voor de tv-bazen en de consument moet er ook nog maar warm voor willen lopen. Maar wie heeft er tegenwoordig geen Full HD-televisie? Nu zijn 4K-televisies nog onbetaalbaar voor de consument (de Sony 4K TV kost 25K) . Daar komt natuurlijk verandering, zodra de technologie verder ontwikkeld wordt. Wij zien het in ieder geval zitten.

Deel dit bericht:
Tags